voorschriften voor het plaatsen van een bovengrondse regenwatertank:

Inspectie en Reiniging: Voordat de tank wordt geïnstalleerd en gevuld, moeten grondige inspecties worden uitgevoerd om vervuiling aan de binnenzijde van de tank op te sporen. Indien nodig moet de tank worden gereinigd om eventuele verontreinigingen te verwijderen.

Plaatsing: De tanks moeten worden geïnstalleerd op een glad en stabiel oppervlak. Dit zorgt voor stabiliteit en voorkomt mogelijke problemen met de werking van de tank.

Volledig Contact met Ondergrond: Zorg ervoor dat de bodem van de tank volledig in contact staat met het oppervlak waarop het is geplaatst. Dit voorkomt dat de tank ongelijk wordt belast en verlengt de levensduur van de tank.

Stabiliteit en Afstand tot Muur: De tanks moeten worden geplaatst op een manier die voorkomt dat ze omvallen. Er moet voldoende afstand worden gehouden tot aangrenzende muren of structuren om te voorkomen dat de tank wordt belemmerd in zijn functionaliteit of onderhoud.

Toegankelijkheid voor Onderhoud: Zorg ervoor dat de tank op een locatie wordt geplaatst die gemakkelijk toegankelijk is voor onderhouds- en reinigingswerkzaamheden. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er voldoende ruimte rondom de tank wordt vrijgelaten voor het uitvoeren van inspecties en eventuele aanpassingen.

Door deze voorschriften te volgen, kan de installatie van bovengrondse regenwatertanks veilig en effectief worden uitgevoerd, met inachtneming van zowel functionele overwegingen